Au revoir là-haut

Een modern sprookje, visueel spektakelstuk, aanklacht tegen de verschrikkingen van de oorlog: ‘Au revoir là-haut’ (Tot ziens daarboven) is het allemaal. Die oorlog is de Eerste Wereldoorlog, tussen 1914 en 1918 goed voor miljoenen doden en gewonden. Onder die laatsten Edouard, die zwaargewond uit de strijd komt.

Hij mist door de verwonding een gedeelte van zijn gezicht. Het dragen van een masker is de remedie, aangezien de Fransman geen vertrouwen heeft in de plastische chirurgie van die tijd. Hij wil zijn familie niet meer onder ogen komen en laat via zijn kameraad Albert het thuisfront weten dat hij de strijd juist niet heeft overleefd. Nadat hij de identiteit van een dode soldaat heeft aangenomen stort Edouard zich op het tekenen, zijn oude liefde. Zijn kameraad komt er thuis achter dat zijn vrouw er met een ander vandoor is gegaan. Albert houdt zich met eenvoudige baantjes in leven.

Met de slechteriken gaat het juist uitstekend. De profiteur Pradelle bijvoorbeeld, de officier die zijn soldaten in de laatste minuten van de oorlog nog richting de inslaande granaten stuurt. Edouard en Albert weten te frauderen met de levering van oorlogsmonumenten, waarbij ze hun voormalige militaire baas opnieuw tegenkomen. En Edouard zijn dominante vader, die hij juist probeerde te ontlopen.

Dat levert een ingenieus verhaal op over bedrog en wraak, vriendschap en liefde, zwevend van gewelddadig oorlogsdrama naar het lichtvoetige van het Parijs van na de oorlog. Het ene moment is de film klein en ingetogen, daarna wordt het poëtisch, mal en kluchtig, een weergaloos en overvol visueel spektakel. Een soms ongemakkelijk, maar charmant sprookje voor volwassenen. De film won maar liefst 5 Césars (de Franse Oscars), voor Beste Regisseur, Beste Adaptatie, Beste Camerawerk, Beste Kostuums en Beste Decors.

Verwacht