The Cakemaker
Thomas maakt als ‘Kuchenmacher’ in Berlijn koekjes en gebak. Héél lekker, vindt ook Oren, een Israëlische zakenman. Hij komt maandelijks voor zijn werk in de Duitse hoofdstad en snelt dan meteen naar Thomas’ zaak. Ook voor andere zoetigheid, want Oren en Thomas krijgen al snel een relatie en wonen tijdens dat regelmatige bezoek samen.
Hun geluk wordt doorbroken als Oren opeens niet meer in de bakkerszaak komt. Als Thomas naar zijn vriend gaat informeren blijkt dfat hij in Israël is verongelukt. Hij komt er ook achter dat Oren in Israël een heel ander leven leidt: als getrouwde man en vader van een kind. Thomas vertrekt naar Jeruzalem om die puzzel op te lossen.
In de hoofdstad zoekt hij Orens weduwe op, die een kleine lunchroom heeft. Thomas zoekt troost bij de weduwe van zijn vriend, die onwetend is van haar mans geheime leven in Duitsland. De banketbakker biedt zijn hulp in de lunchroom aan. Hij begint als afwashulp, maar met zijn vakmanschap zorgt Thomas ervoor dat Anat haar klantenkring nog kan uitbreiden. Dat levert haar een conflict met haar omgeving op, omdat het gebak dat door Thomas’ handen gaat niet meer koosjer is.
Om die tegenstelling gaat het in The Cakemaker, zowel Oren, Thomas als Anat staan in beide kampen tegelijk: seculier en religieus, Duits en Joods, homo- en heteroseksueel. Een klassiek melodrama, dat tegelijkertijd beschaafd, rustig en verfrissend wordt uitgevoerd.
Wie hierna een stuk Schwarzwalder Kirschtorte eet, denkt altijd aan deze film terug.