The Sisters Brothers
Een a-typische western met twee babbelende huurmoordenaars, twee broers die flink van elkaar verschillen, dat is The Sisters Brothers. Merkwaardige mannen zijn het, die Charlie en Eli Sisters, lomp, gewelddadig en niet bovenmatig intelligent. Maar het blijken toch wel innemende mannen te zijn, anti-macho’s die zich door het verhaal heen ruziën.
Het is de eerste Engelstalige film van de Franse regisseur Audiard, bekend van onder meer de gevangenisfilm Un prophète en het met een Gouden Palm bekroonde Dheepan. Hij maakte van zijn western-uitstapje een opmerkelijke film, waarin wel geschoten wordt, maar ook de droogkomische opmerkingen je om de oren vliegen.
De broers Sisters krijgen de betaalde opdracht om de goudzoeker Hermann Kermit Warm op te zoeken. Hij bezit een formule die ervoor zorgt dat goud in water oplicht. Het is 1851, de mensen zijn bevangen door de goudkoorts. Eli en Charlie gaan op zoek in de staat Oregon (in werkelijkheid zien we Spaanse en Roemeense landschappen) en we leren het westen kennen op een andere manier.
Dat komt vooral door de twee broers, die verrukt zijn als ze bijvoorbeeld het nut van de tandenborstel ontdekken, of een toilet dat doorspoelt. Soms vergeet je bijna waarmee ze ook alweer hun geld verdienen. En ze kletsen maar door, af en toe onderbroken door de alcoholische uitspatting van Charlie.
Het is een western met contrasten, de droogkomische dialogen tegenover de gewelddadige oplossingen, het traditionele decor versus de nieuwe tijd. En met twee bijzondere hoofdrolspelers in een onvoorspelbaar verhaal. Wie niks met westerns heeft krijgt de kans om zich te laten verrassen.