Vice
Dick Cheney (1941) was maar een saaie piet. Hij zei geen woord te veel, had geen charisma en was niet bepaald briljant. Toch werkte deze grijze muis zich op tot één van de meest invloedrijke mensen van de Verenigde Staten en daarmee van de wereld. Zijn loopbaan bereikte een hoogtepunt in de acht jaar dat hij vicepresident was onder George W. Bush, nóg minder briljant dan Cheney. In feite deelde Cheney van 2011 tot 2009 de lakens uit in Washington.
Hoe kun je nou van zo'n schijnbaar suf onderwerp een wervelende film maken? Nou, laat dat maar aan regisseur Adam McKay over! Dat deed hij eerder al met The Big Short waarin hij de intriges en financiële trucjes tijdens de kredietcrisis met veel schwung voor het voetlicht bracht. Datzelfde doet hij nu met Vice. Hier past hij een soortgelijke formule toe. Zo is er en mysterieuze verteller die zich rechtstreeks tot de camera richt, de aftiteling verschijnt ineens halverwege de film al in beeld en een ober in een restaurant somt alle aanpassingen aan de Amerikaanse wet op als een soort gerechten op een menukaart. Inderdaad, Vice verrast je keer op keer op uiterst amusante wijze.
De film mag dan humoristisch zijn, McKay laat er absoluut geen twijfel over bestaan wat hij van Cheney en zijn trawanten vindt. Zij willen macht, en alles en iedereen moet daarvoor wijken. Vice gaat over de verwording en verloedering van de Amerikaanse democratie. Met verve en humor gebracht, maar het is McKay wel degelijk menens.
Cheney wordt vertolkt door Christian Bale die wederom een fenomenale rol speelt. Met protheses, dikke lagen make-up en vele extra kilo's weet Bale een zeer geloofwaardige Cheney neer te zetten met zijn karakteristieke denkpauzes en afgemeten zinnetjes.
Vice is een verfrissende, boeiende film geworden, goed voor acht Oscar-nominaties, door de Volkskrant raak omschreven als een "virtuoos, intelligent en geestig politiek drama".