The Trip
Toen de schrijver van dit stukje ‘The Trip’ voor het eerst zag was hij in eerste instantie van mening dat de deze film alleen geschikt was voor mannen. Toen hij echter tijdens de film ook alle vrouwen in de zaal hoorde schaterlachen was hij overtuigd: dit is echt een film voor het Filmhuis in Winterswijk!
In opdracht van een kwaliteitskrant maakt Steve Coogan (gespeeld door Steve Coogan) een reis langs de beste restaurants van Noord-Engeland, en omdat zijn vriendin voor onbepaalde tijd naar Amerika is vertrokken en niemand anders meewil, vraagt hij (heel subtiel) of Rob Brydon (een rol van Rob Brydon) hem wil vergezellen.
Een week lang zitten de mannen naast elkaar in een auto of tegenover elkaar aan tafel, verorberen gerookte palingkubusjes met foie gras-mousse terwijl ze ons de oren van het hoofd ouwehoeren. Ze zingen een liedje, dragen een gedicht voor, bellen naar huis, zetten een gek stemmetje op. Ondertussen gaan ze elkaar steeds verbaal te lijf. Indirecte plaagstootjes worden afgewisseld met frontale aanvallen. Die dan wel gladgestreken worden geserveerd, want het blijven beschaafde Britten. Terugkerende krachtmeting is wie de beste Michael Caine-imitatie kan doen.
‘The Trip’ (van de Britse meesterregisseur Michael Winterbottom) is geen documentaire en ook geen nepdocu. Coogan en Brydon spelen overdreven versies van zichzelf. Onbevreesd laten ze zich als sneue figuren zien. Coogan die er als een klein kind op staat een grotere kamer te krijgen dan zijn vriend, en Brydon die met gekke stemmetjes zijn vrouw tot telefoonseks probeert te verleiden.
De Filmkrant omschreef ‘The Trip’ als ‘Heerlijk zinloos (..), vaak pijnlijk en permanent hilarisch’. Wij kunnen dit alleen maar beamen: zelden zo gelachen.